zondag 23 maart 2014

All you can eat.

All you can eat. Daar leek het vanmorgen op het MTB parkoers van Schoorl wel op. Vreet alle pannenkoeken die voor je rijden zo snel mogelijk op.

Houdt een ezel een wortel voor en hij gaat harder lopen. Maar de pannenkoeken voor de neus van deze ezel deden hem niet sneller rijden. Hij wilde ze wel zo snel mogelijk opvreten maar kon er niet altijd even snel langs. Natuurlijk mag iedereen op het parkoers rijden, en wil je net als ik een snelle tijd neer zetten dan weet je dat je op zondagmorgen na 10:00 uur NIET op Schoorl moet gaan rijden.

Maar ezels zijn koppig en hard leers. En het eerste rondje kon ik toch in 41:11 afraffelen.

Tijdens de tweede ronde had ik tijdens de eerste klim erg veel last van ophoog komende pannenkoeken. Iets te snel gegeten? Maar na deze klim kwam de maag tot rust en kon ik verder volle bak gaan knallen. De enkele tragere rijder die ik tegen kwam kon ik snel voorbij.

Op twee derde van het parkoers zit nog een pittige klim die met een snelle afdaling eindigt bij het stukje fietspad in het parkoers. Hier kan je altijd een deel van de verloren tijd goed maken door snel te dalen en dan het tempo vast te houden tot op het fietspad.

Vandaag echter zag ik nadat ik over de top heen kwam en de afdaling in dook rechts een fiets liggen in de bosjes. En toen ik nog beter keek zag ik er een man naast liggen. Maar omdat ik altijd zo met neer zetten van een snelle rondetijd bezig ben, kneep ik niet gelijk in de remmen. Gelukkig werkte het gezond verstand nog wel, hetzij iets trager. ;-) Stel dat jij daar ligt Peter, dan wil je toch ook dat men stopt om je te helpen? Het argument dat nog even in me op kwam dat iemand anders wel zou stoppen, liet ik gelijk varen toen ik terug ophoog fietste en andere ATB-ers tegen kwam. Nee ze zagen de man echt niet liggen. Het “Help even, daar ligt iemand” werd niet gehoord.

De onfortuinlijke rijder was in de afdaling in het mulle spoor terecht gekomen en over de kop geslagen, de gekapte struiken en takken in gedoken. “Gaat het?” riep ik terwijl ik omhoog klauterde in een poging bij hem te komen. “Ja wel, maar ik moet even bij komen van de schrik riep de al iets oudere mountainbiker terug.” Een van de afgekapte takken had hem lelijk geraakt in het gezicht. Een grote bloeduitstorting vormde zich al op zijn neus. Bloed sijpelde langzaam langs zijn wenkbrauw maar verder leek het allemaal wel in orde met de man. Ik hielp hem opstaan en zijn fiets weer op het pad tillen. “Het gaat wel weer”, zei de man en bedankte me voor mijn hulp.

Een baanrecord kon ik verder wel vergeten, maar omdat ik even stil gestaan had was mijn hartslag flink gezakt. Ik kon volle bak mijn ronde afmaken, en geconcentreerd de “nieuwe” drops op de NOK nemen voordat ik de kuil in stuurde en de stopwatch stil zette. 2e ronde in 47:23, vanwege mijn reddingsactie.
Goed bezig hè?