woensdag 21 juli 2010

tijdrittraining

Het was bijna een week geleden dat ik voor het laatst op de fiets gezeten had. Annet is een aantal dagen van huis en om de kinderen nu uren alleen te laten omdat ik zo nodig moet fietsen dat gaat me net te ver. Maar op woensdagavond de vaste fietsgroep training missen daar had ik ook geen zin in. Gelukkig wilde oma wel even twee uurtjes een oog je in het zeil houden zodat ik toch kon trainen.

Bij de ijsbaan stond ondanks de vakanties toch nog 14 man en 1 vrouw te wachten op wat trainer Leo ons zou laten doen. Zelf was Leo niet op de fiets want z’n verdraaide knie doet nog lastig.

Na het bestuderen van de uitslagen van de tijdrit van 23 juni vond Leo dat er nog wel wat gewerkt kon worden aan onze tijdritcapaciteiten. Want volgens Leo rij je een tijdrit het beste op zo’n vlak mogelijk tempo. Zodat je de beide rondjes in na genoeg dezelfde tijd kan afleggen. En dat was niet bij iedereen zo.

Om dit dus te trainen had hij het stuk van de pont tot aan het tunneltje bij Alkmaar in 3 stukken verdeelt. Tot de 1e kruising, zo’n dikke 2 km op 75%, dan een tandje er bij en de volgende  2,5 km op 85%, en dan vanaf de laatste kruising tot de tunnel onder de weg door volle bak. Dit dan in tweetallen met een gelijk tempo, zodat je kop over kop kon rijden zonder elkaar op te jutten.
Right. Het idee hier achter was goed, zo vlak mogelijk proberen te rijden. De uitvoering was wat minder. Ik reed samen met Jac Tijsen, en kop over kop liep niet echt lekker. Ik moest te veel moeite doen op de kop over te nemen, waardoor de eerste 75% al dicht tegen mijn 85% aan lag en ik het laatste stuk niets meer over had voor de volle bak. Het was meer volle benen. Dat ging dus niet goed.
De 2e poging ging beter. We gingen nu minder hard van start en ik liet Jac wat meer kop werk doen. Tegen het eind van het parkoers haalde we vader Henk en zoon Robin Prigge in, welke aanpikte en het laatste stuk met ons mee sprintte naar het tunneltje.

Terug bij Leo had deze nog een mooie oefening voor ons in petto. Het tijdritrondje met z’n vieren kop over kop rijden, waarbij het eerste stuk en het 3e stuk volle bak moesten en de overig 2 stukken op 80%.
Dat ging redelijk goed. Al had ik snel bekeken dat ik niet de kop van Jac moest proberen over te nemen, anders zou ik niet ver komen. In het wiel van Henk ging het beter, en kon ik wel kopwerk doen. Na de 2e bocht ging zowaar nog harder. Jac sleurde er flink aan op kop. Henk had ook moeite om over te nemen.
Terug bij Leo vertelde deze dat hij steeds een rood stipje van het groepje af zag waaieren. Dat was Robin die net een tandje te kort kwam om bij te blijven.
Inmiddels was het half negen en zijn we via de Woude en Krommenie terug naar Uitgeest gereden, waarbij op de laatste kilometer fietspad de sprint nog even aan getrokken werd. Wederom gaf Jac ons fietsles. Bedankt.

Race + 58 km

zondag 11 juli 2010

Fietsen met 30°C +

Iedereen verklaart je voor gek, maar als je genoeg vocht bij je hebt is fietsen boven de 30°C best wel te doen. Je moet natuurlijk niet volle bak gaan rijden, want dan hou je het niet lang vol, maar zo rustig pedellen rond de 30 km/uur is best wel te doen. De rijwind is juist lekker verkoelend.
Gisteren op het heetst van de dag de racefiets dus gepakt. Kinderen lagen in het zwembad, vrouw was op cursus. Schilderklusje stel ik nog even uit. Dus wat blijft over. De racert.

Ik had wel een route gekozen langs veel water. Van Uitgeest naar Alkmaar langs het NoordHollandskanaal. Langs Heerhugowaard door naar Oterleek, Ursem, Schermerhorn.
Daar was ik even de weg kwijt. Bordjes Hoorn en Purmerend wezen naar links, die naar Alkmaar naar rechts. Toch maar Hoorn, Purmerend gevolgd en een paar kilometer later wist ik weer waar ik was. Langs de N243. Op het einde krijg je een splitsing: Hoorn naar links, Purmerend naar rechts.
Purmerend dus gevolgd en via de (Noord – en later Midden-) Beemster weer helemaal door naar het NoordHollandskanaal. Dat is een stuk van de route van de ronde van Noord Holland.

In het kanaal werd druk geplonsd en gevaren. Ik kreeg er helemaal zit in om de fiets even te parkeren en een frisse duik te nemen.
De verleiding heb ik toch kunnen weerstaan en kwam via Purmerend in Spijkerboor.
Bij het pontje even op een terras gaan zitten voor een koude plons vocht.
Op het terras liep 2 man in piloten kleding druk rond. Vliegveld hier ?? Nee.
Maar wat schetst mijn verbazing als even later een klein model helikopter over het terras scheert? Je kon voor een korte helikopter vlucht vanuit Spijkerboor opstappen om Noord Holland vanuit de lucht te bekijken.
Zie www.helikoptervlucht.nl Goedkoop is het niet, maar als je iemand  een leuk kado wilt geven…

Na deze verbazing ben ik weer op het zadel gestapt en heb m’n rondje vol gemaakt. Van Spijkerboor, via de Woude en Markenbinnen naar Krommenie, en toen langs Krommeniedijk terug de Lagendijk op om zo weer Uitgeest in te rollen.
De zwemmers waren nog niet thuis, dus met een koude pils vanuit de tuin de eerste bergetappe van de Tour gekeken. Die Chavanel flikt het hem weer. Etappe winst en de gele trui. Hoe lang zal ie hem nu vast kunnen houden?
Spannend.

Race + 72 = 3348 km

donderdag 8 juli 2010

1 km tijdrit

Op de wedstrijdkalender van Leo stond voor gisteravond een sprinttijdrit over 1 km gepland.
Ondanks dat het de laatste week voor de schoolvakanties was, er kermis in het dorp is en de halve finale WK voetbal gespeeld zou worden moest deze tijdrit toch door gaan omdat er simpel weg geen andere datum verhanden is.
De opkomst was door of juist ondanks deze feiten (maar) 14 man en 1 vrouw.
Op onze vaste trainingslocatie stonden Leo en Lydia ons al op te wachten.
Hier legde Leo de bedoeling uit. Twee maal een tijdrit over één kilometer.
1x met wind mee, en 1x tegen wind in. Maar de wind was gisteravond gaan liggen, dus wind voor - of nadeel hadden we niet.

Maar hoelang is nu een kilometer. Te lang om vol uit te sprinten, je gaan verzuren, dus je moet je krachten verdelen. Niet te hard weg, maar ook niet te langzaam. En op het eind nog even proberen te versnellen.
Mijn 1e beurt ging ik te mak van start waardoor ik nog veel kracht over had tot de finish maar hierdoor wel een mindere tijd op de klok zette. 1 minuut 25.
De 2e poging ging ik harder van start en kon dit tempo ook vasthouden tot op 2/3 van het parkoers, toen begonnen de benen vol te lopen maar ik dacht het nog wel even te kunnen volhouden. In de verte stond de auto van Leo en daar was de streep (dacht ik).
FOUT !!
Leo moest z’n auto 50 meter vóór de streep neer zetten dus mijn eindsprint moest plotseling nog 50 meter langer worden.  Tierend perste ik de laatste meters er uit. Verschikt keek men mij na. Dat hadden ze nog nooit van mij meegemaakt. (Normaal vloek ik binnensmonds, maar kon het nu niet laten)
Leo klokte me in 1:24. Toch een seconde sneller, maar naar mijn idee lang niet genoeg om een hoge kwalificatie te laten noteren.
Volgende keer een klimtijdrit Leo? Dat gaat me veel beter af.

Uitslag volgt hier.
Foto's van Ad van Egmond: klik hier.

race + 28 = 3231 km
2761

vrijdag 2 juli 2010

de finale

De laatste rit van ons weekje fietsen in de Provence zou een rustige worden. René had in het grote routeboek een leuk ritje bedacht en de protesten uit de groep naast zich neer gelegd.
Zo klommen we gezapig van de 309 meter in Bédoin via Flassan naar 892 meter, het hoogste punt op de D217. Daarna de D1 over steken en via la Gabelle door naar 910 meter om daarna te dalen naar Sault.

Iedereen zat ondanks de monstertocht van gisteren redelijk ontspannen op de fiets, al was het tempo vandaag wel piano – piano. Net als de laatste etappe in de tour. De champagne ontbrak nog net, maar voor de rest was het zo relaxt. Alleen René had last van z’n maag en reed als een oude krant. Toch te veel gelletjes en powerbars genuttigd? Je maag moet er maar tegen kunnen, al die troep.

In Sault deden we een rondje koffie op het terras waar we nu al voor de 3e maal kwamen. We kregen nu zelfs 1 bakkie koffie gratis. Allemaal een slok.


Na Sault een stukje terug en dan de Gorges de la Nesque in. Prachtig. Het blijft mooi die kloof. Na het uitzicht op het hoogste punt, 20 km dalen tot Villes s Auzon. Maar het was geen straf. Niet te hard gaan en je ogen goed te kost geven. Wat een uitzicht, wat kan de natuur toch mooi zijn.

Na Villes s Auzon was het gewoon uitzitten tot Bédoin. Gelukkig liep de weg af, dus konden de beentjes heerlijk ontspannen draaien.

Bij thuiskomst nog één maal plonsen en opbakken op het gazon. Dan voetbal kijken en barbecueën.
Tjo, het lijkt wel vakantie. Dit houd ik wel even vol. Maar helaas, morgen is het weer over.

Race +74 km.

Alle foto's op http://picasaweb.google.nl/Pedorie/MontVentoux#

donderdag 1 juli 2010

club der malloten

"N'est pas fou qui monte au Ventoux, mais est bien fou qui y retourne."
"Je bent niet gek als je de Ventoux beklimt, maar gestoord als je het nog eens doet."

Provençaals gezegde

Om lid te mogen worden van de club der malloten, Le Club des Cinglés du Mont-Ventoux van Christian Pic uit Sorbiers, dien je op  één dag de Mont Ventoux te beklimmen vanaf alle drie de kanten. Dus vanuit Bédoin, uit Malaucène en vanaf Sault. In totaal 136 km en 4400 hoogte meters!

Zes gestoorden uit Uitgeest gingen  een poging doen om voortaan als Malloot versleten te worden.
Om 7 uur zaten we al op de fiets, voordat de hitte toe zou slaan. Eerst een stempel halen bij de bakker in Bédoin en dan omhoog.

De eerste beklimming ging nog soepel, althans voor mij. Benno klaagde al gelijk over dikke benen en ook René zat ondanks zijn echte rustdag (hij had als enige gisteren niet gefietst) niet lekker op de fiets. Later zou Benno bij Chalet Reynard rechtsaf slaan en via Sault en Gorges de la Nesque terug fietsen.

Het was nog erg rustig in de beklimming. Een ander voordeel van de vroege start was dat de vliegen in het bos nog sliepen.  Ook voor de fotograven op de top was het nog te vroeg dus geen actie foto’s van de eerste beklimming. Ik deed het iets rustiger aan dan afgelopen dinsdag maar was toch net voor negen op de top. Het winkeltje was nog dicht dus we moesten buiten stempelen. Net toen ik de afdaling naar Malaucène wilde beginnen kwam Kees boven. Even gewacht tot ook hij gestempeld had en een banaantje verorberd had zodat we samen konden dalen.

Het had afgelopen nacht flink geregend op de berg want de weg naar Malaucène lag vol puin en stenen. Oppassen dus. In Malaucène een stempel gehaald bij de tabakzaak op het plein en toen een Grande Café. Net toen we weer wilde opstappen kwam familie van Goethem het plein op fietsen. Even de verhalen aan gehoord en toen in de pendalen.

De beklimming vanuit Malaucène is veel ongelijkmatiger dan die van Bédoin. Stukken van 6%, lekker. Maar ook stukken van ruim 12%, auw. De vliegen waren inmiddels wakker en maakte het ons knap lastig. Om 10 voor twaalf was ik boven. Even stempelen en een boterham. De top zat in de wolken, dus het was te fris om lang te blijven hangen. Snel het windstoppertje aan en dalen maar.

Ik wist dat je bij Chalet Reynard  af moest slaan, maar daar zag ik geen bordje richting Sault. Was het toch ietsje verder op? Na 800 meter nog geen afslag. Toch maar even gestopt. Ik probeerde Kees te bellen maar die was letterlijk in de wolken en had geen ontvangst. Toen maar terug gereden naar Chalet Reynard waar ik nu wel een bordje naar Sault zag. Stond zeker een auto voor.

De afdaling naar Sault liep niet lekker. Slecht asfalt en lang, heel erg lang. 20 km dalen wordt je wel zat hoor. En een kilometer voor Sault mocht je weer even klimmen. Dat was niet fijn. (voorzichtig uitgedrukt.)
In Sault ben ik, na gestempeld te hebben, lekker met een tostie ham kaas in de schaduw gaan liggen, word ik bij overreden door een malloot op een racefiets. Kees was inmiddels ook in Sault gearriveerd en bij zijn zoektocht naar mij bijna over m’n benen gereden. Zal je toch gebeuren.

Samen even lekker zitten ontspannen, daarna op het terras een koffie besteld, al hadden we reuzen trek in één van die lekkere biertjes die langs kwamen. Net toen we wilden gaan kwamen Marcel en Raymond aan. Zonder René, want die was in de beklimming vanuit Malaucène omgekeerd.

De beklimming vanuit Sault tot Chalet Reynard loopt niet zo steil. In 20 km ga je van 770 meter naar 1419 meter. Maar het was heet. Kees reed zonder helm en ik hield het hoofd koel door m’n bidon over m’n helm leeg te knijpen. Zodoende moest ik in Chalet Reynard een pitstop houden om even de tank te vullen.  Kees kwam me hier fluitend voorbij.

De laatste 6 kilometer had ik het zwaar. De hoogtemeters liepen tergend langzaam op. De ketting op de 23 en verstand op 0. Voorbij het monument voor Tommy Simpson mocht ik van me zelf pas op de 25 schakelen. De weg stijgt daar  namelijk  tot zo’n 11%. Nog 1 kilometer. Kees zag ik al niet meer, kon me ook niet schelen. Mijn enige doel was bovenkomen. Om 15:55 duwde ik mijn stempelkaart in de gleuf. Het is me gelukt. Ik ben nu officieel malloot!

Om dit te vieren heb ik me zelf getrakteerd op een mooi t-shirt. Ook Kees heeft een mooi koersshirt  aangeschaft.
Nu snel dalen en met dat wel verdiende biertje het zwembad in. Tijdens de afdaling kwamen we Raymond gevolgd door Marcel tegen. Zij moesten nog even stoempen voordat ze ook de titel Malloot achter hun naam mogen zetten.

Dit was eens en nooit meer. Of toch ….

Race + 138 km, 4500 hoogtemeter